Café De Madi. terug naar Six

Mijn vader is geboren en getogen in Harelbeke, mijn grootouders hadden een café, de Madi op de Kortrijksesteenweg nr 19.
Vanaf 15 september 1954 stond het café op mijn vaders naam, vanaf 3 juli 1955 (een half jaar na hun huwelijk op 8/01/1955) op mijn moeders naam tot de definitieve sluiting op 31 maart 1967.

Inschrijving 15/09/1954: Opheffing 30/06/1955:
Inschrijving 3/07/1955: Opheffing 31/03/1967:

Ernaast was er de fietsenmaker Gerard Desmaele, naast hem had zijn zoon Sylvain een juwelierswinkel.
Wij woonden er samen met peter Jef (Josef Julien Six) en meter Céline (Slinò). Hierbij een schets van het huis(je) voor zover ik het me herinner:

Gelijkvloers Verdieping

Achter het café en woonhuis was er een klein binnenkoertje met 1 toilet zonder waterspoeling en een urinoir, deze laatste was eigenlijk een zwart gepekte muur met onderaan een stinkende afvoergoot naar de riool.
Het primitieve sanitair diende voor zowel ons allen als voor de caféklanten.
Het toilet was een plank met een gat erin.
Als toiletpapier werden stukken krant gebruikt die op een nagel waren gepietst, je achterste kon soms wel zwart zien van de inktafdruk.
In de zomer zwermden de strontvliegen vanuit de put naar boven, het was dan de kunst niet met je billen op de plank te zitten en toch in evenwicht te blijven.
Het binnenkoertje kwam via een smalle gang met deur uit in een parallelle straat, de Tramstraat, ik herinner me nog de betonmachines toen ze van deze aarden weg een betonweg maakten.

Het 'huis' waar ik met mijn ouders in woonde had zijn voordeur in de Tramstraat nr 19 en zijn achterdeur op het binnenkoertje.
Het was het vroeger kolenkot en was eigenlijk niet meer dan een benedenverdieping van 2 kamers, 1 leefruimte van pakweg, 5 meter op 2,5 waarin een tafel, stoelen, ligzetel en een kast stonden.
En een kleine wasplaats met een stenen gootsteen met een koud water kraan.
Daarboven werden er nog kolen gestapeld, mijn moeder moest de kieren in het plafond met bruin plaklint dichten tegen het zwart kolenstof.
Warm water kwam van een gasvuur op het binnenkoertje.

Er was een steile trap naar 2 kamers boven, de trap kwam uit in de kamer waar ik sliep, mijn ouders moesten door mijn kamer (slpk 4) naar hun slaapkamer (slpk 3) gaan.
Toen mijn broer Hans werd geboren was ik 8 jaar en verhuisde ik naar een kamer (slpk 5) boven het café, naast peter Jef (slpk 1).
Mijn meter sliep in slaapkamer 2.
Om op het verdiep te komen, moest je eerst een luik openduwen.
In mijn pyjama moest ik dan het binnenkoertje vlug oversteken om te gaan slapen, op de tonen van een oude platenspeler, met liedjes als 'bij die mooie molen', daar maakten de zatte caféklanten 'bij die mooie Madi' van.

Alhoewel het café op mijn moeders naam stond, werd het eigenlijk vooral gerund door de zus van mijn vader, tante Irma, een kleine vinnige vrouw met O-benen.
Zij woonde met haar man, nonkel Gustaaf (Hostens) en hun zoon Christiaen (enig kind en syndroom van Down) aan de overkant van de Tramstraat op een paar stappen van het café.
Pas toen ik een jaar of 11 was zijn we verhuisd naar de wijk de Zandberg, Vlaanderenlaan 48, waar mijn pa, Maurice Six, na zijn uren, samen met een paar nonkels, zelf een huis had gebouwd.
Een paar jaar nadien werd het café gesloten, meter was toen al gestorven en peter ging inwonen bij tante Irma en nonkel Gustaaf.
Het café werd in het begin verhuurd als woning en later verkocht, er heeft nog een koppel mannen gewoond, Maurice en Maurice, ze zeiden eerst dat ze broers waren, maar 2 Mauricen in één gezin…
Maandelijks kwamen ze de huur brengen bij tante Irma en bij een tas koffie vertelden ze hun leven.
Toen ze er niet meer woonden, is een van de twee bij een val gestorven in Kortrijk, de andere had hem geduwd, allebei strontzat.

Aan het café heb ik nog veel herinneringen, er was een boldersclub, het spel noemt zottebolle en wordt nu nog in de streek gespeeld.
13 kegels worden in een cirkel opgesteld, ze stonden op koperen nagels die in de vloer waren geslagen.1 kegel in het midden, op klokstand 12 staan er twee kegels bijeen.
Je moet een halve bol rond de kegels laten draaien, en er zoveel mogelijk omverkrijgen. Drie maal spelen is één 'scheut'.
De drie scores worden opgeteld. Maximum was 55 punten per ‘scheut’.
Je mag 5 x spelen. Dit was het klein spel, groot spel was met meer kegels en werd in Kortrijk gespeeld.
De score werd met krijt op een groot bord gezet, enkel de (drie) beste scores bleven er op staan, de anderen werden dan weggeveegd.
Als klein manneke was ik dikwijls kegelzetter, we kregen dan een fooi van de boller.
Men noemt het ook pierbollen, maar bij ons was enkel de naam zottebolle gekend.

Het TV programma 'Echo' , de voorloper van 'Man Bijt Hond' is nog gekomen om de jaarlijkse competitie op te nemen in 1967.
Er was echter zo'n massa volk aanwezig dat ze het nooit hebben uitgezonden, jammer, mijn vader was toen kampioen, peter Jef de oudste speler en ik de jongste.

Het bier werd gekoeld door grote ijsblokken, die werden het café binnengedragen door mannen met een schort met kap op, de ijsblokken hielden ze op hun rug door middel van grote haken die ze er over hun schouder hadden ingeslagen.
Het was een volks café met vaste klanten, die de boldersclub vormden, na de jaarlijkse wedstrijd met een nieuwe kampioen werd er een feest gehouden met spijs en drank, veel spijs en veel drank.

Jaarlijks ging de groep ook op reis met de autobus, naar de Efteling, de Meli en andere pretparken, voor ons, klein mannen was dit een evenement.
Christiaen slaagde er dan telkens in op de bus in zijn broek te doen, maar niemand vond daar veel erg in, hij was zowat de mascotte van het café, werd veel geplaagd, maar iedereen zag hem heel graag.
Christiaen en peter Jef vormden zowat het vast meubliair in het café, peter praatte slechts terug als hij getrakteerd werd, en zo kwam het dat stamgasten nogal veel tegen Christaen bezig waren; hoe is't jong? en met de meiskes? braaf geweest? en andere klassiekers.
In het café stond een stovebuis, een kleine kachel met een lange uitlaatbuis achteraan die tegen het plafond in de muur verdween.
Een zatte klant heeft die eens losgerukt en door het raam naar buiten gekieperd, 'liever zonder buze dan met ruze' riep hij. (liever zonder buis dan met ruzie)

Het was ook de tijd dat muzikanten met een accordeon binnenkwamen om geld te verdienen, dat een zwarte man (Kasavubu) nouga kwam verkopen, dat Sinterklaas er op bezoek kwam en de driekoningen.
Dat er met de kermis aan de voordeur speelgoed werd verloot van de speelgoewinkel De Ria.
Dat er werd gekaart (manillen) aan verschillende tafels, in een walm van rook, dat de vrouwen bij de traktaties een reep chocola namen.
Dat ik van mijn tante een glas spuitwater kreeg met een zoete rode siroop in.

Foto 1974, uit de Beeldbank van Kortrijk

Dit zijn een paar oude foto's van toen het nog een café was:

Genomen aan de voorgevel in de Kortrijksesteenweg.
Allicht de oudste foto, daar meter (Celina-Maria Demeyer) er op staat dateert de foto van voor 26 juli 1965, haar sterfdatum en mijn moeder er nog niet bij staat (getrouwd met mijn vader in Kuurne op 8/01/1955).
De man vooraan 4de van links, heeft een lint om, allicht de kampioen van dat jaar:

Genomen aan de voorgevel in de Kortrijksesteenweg.
Dezelfde reclameborden aan de gevel.
Zowel mijn gootmoeder als mijn moeder staan er bij.
De man vooraan in het midden met medaille.
Voorste rij zittend, vanaf links:
2de: Josef Julien Six (Harelbeke 11/8/1889 - Kortrijk 5/3/1974), mijn grootvader.
voorlaatste Edmond Deschuymere.
2de rij vanaf links:
1ste: Gustaaf Juliaan Hostens (Kortrijk 21/5/1912 - Harelbeke 5/1/1989), man van tante Irma, mijn vaders zuster.
2de: Pharaïlde Louise Lagage (Harelbeke 3/11/1913 - Kortrijk 25/5/1987), vrouw van Gerard Roger Six, mijn vaders broer.
4de: Irma Nelly Six (Harelbeke 12/8/1911 - Kortrijk 27/9/1992) mijn vaders zuster.
10de: Marie Louise Vandenheede.
achteraan vanaf links:
1ste: Maurice Richard Six (Harelbeke 19/9/1924 - Kortrijk 7/3/2013), mijn vader.
3de: Celina-Maria Demeyer (Harelbeke 18/5/1890 - Kortrijk 26/7/1965), mijn grootmoeder.
4de: Emiel Delobel.
7de: Gerard Roger Six (Harelbeke 21/4/1914 - Kortrijk 6/8/2005), broer van mijn vader.

Voorste rij zittend, vanaf links:
1ste: Gustaaf Juliaan Hostens (Kortrijk 21/5/1912 - Harelbeke 5/1/1989), man van tante Irma, mijn vaders zuster.
2de: Edmond Deschuymere.
4de: Gerard Roger Six (Harelbeke 21/4/1914 - Kortrijk 6/8/2005), broer van mijn vader.
7de: Josef Julien Six (Harelbeke 11/8/1889 - Kortrijk 5/3/1974), mijn grootvader.
Op de tweede rij vanaf links:
2de: Emiel Delobel.
4de: Marie Louise Vandenheede.
7de: achter Gerard, zijn vrouw
8ste: Celina-Maria Demeyer (Harelbeke 18/5/1890 - Kortrijk 26/7/1965), mijn grootmoeder.
9de: Irma Nelly Six (Harelbeke 12/8/1911 - Kortrijk 27/9/1992) mijn vaders zuster.
Achteraan, vanaf links:
5de: Maurice Richard Six (Harelbeke 19/9/1924 - Kortrijk 7/3/2013), mijn vader.
6de: Emiel Delobel.
7de: Irène Agnès Deruyck (Kuurne 27/11/1931 - Kortrijk 22/1/2016), mijn moeder.
8ste: Gerard Desmaele, fietsenmaker.
9de: Agnes, vrouw van Gerard Desmaele.

Nog een voorgevel foto, hier zijn geen reclameborden te zien.
Huisnummer 19 duidelijk zichtbaar.
Man vooraan in het midden met 2 medailles opgespeld.
Voor hem ligt de halve bol met de kegels.

Een foto van de club genomen in het café. Links de boog van de muur waarin de toog en rechts zie je het venstergordijn.
Op de achtergrond hangen de foto's die buiten genomen zijn.
Allicht van na 1965 want grootmoeder staat er niet meer bij.
Vooraan 5 man met een medaille opgespeld.
Voor hen staat op de grond het spel opgesteld.

Voorste rij zittend, vanaf links:
2de: Edmond Deschuymere.
3de: Josef Julien Six (Harelbeke 11/8/1889 - Kortrijk 5/3/1974), mijn grootvader.
Achteraan, vanaf links:
1ste: Gerard Desmaele, fietsenmaker.
3de: Gerard Roger Six (Harelbeke 21/4/1914 - Kortrijk 6/8/2005), broer van mijn vader.
4de: Gustaaf Juliaan Hostens (Kortrijk 21/5/1912 - Harelbeke 5/1/1989), man van tante Irma, mijn vaders zuster.
7de: Maurice Richard Six (Harelbeke 19/9/1924 - Kortrijk 7/3/2013), mijn vader.
8ste: Emiel Delobel.
Laatste: Desnijder.
Voorste rij zittend, vanaf links:
1ste: Agnes, vrouw van Gerard Desmaele, de fietsenmaker.
3de: Josef Julien Six (Harelbeke 11/8/1889 - Kortrijk 5/3/1974), mijn grootvader.
5de: Edmond Deschuymere.
6de: Gerard Roger Six (Harelbeke 21/4/1914 - Kortrijk 6/8/2005), broer van mijn vader.
7de: Gerard Desmaele, fietsenmaker.
8ste: Maurice Richard Six (Harelbeke 19/9/1924 - Kortrijk 7/3/2013), mijn vader.
2de rij vanaf links:
1ste: Gustaaf Juliaan Hostens (Kortrijk 21/5/1912 - Harelbeke 5/1/1989), man van tante Irma, mijn vaders zuster.
2de: Irma Nelly Six (Harelbeke 12/8/1911 - Kortrijk 27/9/1992) mijn vaders zuster.
5de: Henri Vlaeminck.
voorlaatste: Pharaïlde Louise Lagage (Harelbeke 3/11/1913 - Kortrijk 25/5/1987), vrouw van Gerard Roger Six, mijn vaders broer.
achter haar: Irène Agnès Deruyck (Kuurne 27/11/1931 - Kortrijk 22/1/2016), mijn moeder.
laatste: Marie Louise Vandenheede.
Laatste rij:
1ste links: met hoedje, Noël Bauwens, man van Christiana Six, enige dochter van Gerard Roger Six.
4de: Emiel Delobel.
Laatste: Desnijder.

Genomen aan de achtergevel in de Tramstraat.
De witte deur is de voordeur van onze living
De deur ernaast, onder het reclamebord is de ingang van de smalle gang naar de binnenkoer.
Alle mannen vooraan met medaille opgespeld.
Voor hen ligt de bol en staan de kegels naast elkaar.
Foto gevonden op Facebook, facebookpagina "Oarelbeke Vroegre"
Voorste rij zittend, vanaf links:
1ste: Maurice Richard Six (Harelbeke 19/9/1924 - Kortrijk 7/3/2013), mijn vader.
2de: Gerard Desmaele, fietsenmaker.
3de: Josef Julien Six (Harelbeke 11/8/1889 - Kortrijk 5/3/1974), mijn grootvader.
4de: Edmond Deschuymere.
5de: Gerard Roger Six (Harelbeke 21/4/1914 - Kortrijk 6/8/2005), broer van mijn vader.
6de: Gustaaf Juliaan Hostens (Kortrijk 21/5/1912 - Harelbeke 5/1/1989), man van tante Irma, mijn vaders zuster.
Achteraan, vanaf links:
1ste: Noël Bauwens, man van Christiana Six, enige dochter van Gerard Roger Six.
2de: Desnijder.
3de: Henri Vlaeminck.
5de: Andre Demeijere.
10de (voorlaatste): Emiel Delobel.

Bovenaan, 2de van links: Emiel Delobel.
7de: Gerard Roger Six (Harelbeke 21/4/1914 - Kortrijk 6/8/2005), broer van mijn vader.
8ste: Celina-Maria Demeyer (Harelbeke 18/5/1890 - Kortrijk 26/7/1965), mijn grootmoeder.
onder haar: Maurice Richard Six (Harelbeke 19/9/1924 - Kortrijk 7/3/2013), mijn vader.
naast hem: Emiel Delobel.
onderaan vanaf links:
4de: Irma Nelly Six (Harelbeke 12/8/1911 - Kortrijk 27/9/1992) mijn vaders zuster.
6de: rechtstaand, Pharaïlde Louise Lagage (Harelbeke 3/11/1913 - Kortrijk 25/5/1987), vrouw van Gerard Roger Six, mijn vaders broer.
zittend met een dame op zijn schoot: Gustaaf Juliaan Hostens (Kortrijk 21/5/1912 - Harelbeke 5/1/1989), man van tante Irma, mijn vaders zuster.
Een krantenknipsel uit tijdschrift "Zondagsvriend" van 1936, ons vader als koning der Maats bij de Madi Bolders. Op deze foto zit ikzelf, Johan op de stoel met mijn broer Hans op mijn schoot, zou nu niet meer lukken.

Beelden van Google Maps:

Voorgevel in de Kortrijksesteenweg.
Gevel gerenoveerd, dakopbouw bewaard.
De dakkapellen zijn deze van slaapkamers 1 en 2.
Achtergevel in de Tramstraat.
Dak van onze living weggenomen, smalle gang allicht bewaard en garage met plat dak gebouwd.
Het dakvenstertje rechts is dit mijn vroegere slaapkamer (slpk 5).
De witte gevel met garagepoort op rail is nog net zoals deze was toen hier nog de fietsenherstelplaats was van Desmaele.
In vroegere jaren zaten hier de bewoners op hun stoel met valavond te genieten van het zonnetje en te roddelen met de overburen.

Foto's van de Facebook pagina "Oarelbeke Vroegre":

Foto van de vernielingen in de Kortrijksesteenweg, 1940.
Het eerste huis met open dakgebinte is allicht nr.19, alhoewel mijn ouders/grootouders nooit hebben verteld dat het huis zo getroffen was tijdens de oorlog.
Ze moeten er toen al gewoond hebben want mijn vader was al koning bij de Madi Bolders op 11jarige leeftijd in 1936!.
Foto daterend van 1952.
Dit bij de terugkeer van de overblijfselen van de onthoofden van Dachau, waaronder Jules Six, klik hier voor het verhaal.
Op de achtergrond de herbergen : 'In de Madi' nr 19, 'Wakken' nr. 23, ' 't Kuipken' nr 25, 'In Cuba'nr 27 en 'De Monico'nr 29..
Allicht staan mijn grootouders hier aan de deur van de Madi en mijn vader Maurice Six aan het verste venster.
Het cafe Wakken was er van 1920 tot 1929,de uitbaters waren Vandriessche Jules en Callens Helene.
Cafe Wakken werd later de juwelierswoning van Philemon Desmaele.
Zijn vader had een fietsenwinkel en herstelplaats in nr. 21.
Huis met nr. 23 is gebouwd in 1886. Voorgevel is ondertussen beschermd door erfgoed Vlaanderen.
2de foto van 1952.
Tevens dezelfde optocht.