De moord op Cyriel Corteville, de oorlogsburgemeester van Kuurne. |
Een andere link tussen de families Six en Deruyck is deze:
Op 19/04/1943 werd de oorlogsburgemeester Cyriel Corteville van Kuurne vermoord door het verzet van Harelbeke.
Mijn nonkel Lucien Marcel Deruyck (geboren te Kuurne op 2 juli 1930) vertelde aan zijn zoon Frank pas rond de jaren 2010 zijn verhaal, nl. dat hij getuige was geweest van de moord.
Hij ging naar school in het centrum van Kuurne met zijn vriend Descheemaeker (“Scheemaekerke”)
Net voor het centrum was er een krantewinkel, ze werden er tegengehouden door een man op de fiets, die hen beval achter het hoekje in een steegje tussen twee huizen te wachten, want er ging iets gebeuren.
Corteville kwam buiten en werd door de man in het hoofd geschoten en bloedde dood op de straat.
Lucien en zijn vriend gingen dan maar verder langs de man naar school.
s’Avonds kwam de Gestapo mijn nonkel, een manneke van 12 jaar ophalen voor verhoor in Kortrijk.
Hij en zijn vriend werden afzonderlijk verhoord en nadien terug vrijgelaten, allicht omdat hun verhaal overeenkwam.
Hij vertelde dat er voor hem een Duitse gestapo zat , die gedurende het verhoor zijn revolver liet draaien op tafel zodat de loop telkens naar hem wees.
Mijn vader Maurice Six vertelde mij dat de dader werd gevat en ondersteboven aan zijn voeten werd opgehangen op het marktplein van Harelbeke, maar dit verhaal vind ik nergens bevestigd.
Alicht werden er burgers uitgekozen en als represaille geëxecuteerd.
Wel vind ik dat de dader een Harelbekenaar is, Arthur Goethals maar dat een ver familielid van mij, Jules Six er ook bij betrokken was.
Uit masterscriptie tot het behalen van de graad van Master in de geschiedenis academiejaar 2007-2008 van Tim De Craene: https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/296/059/RUG01-001296059_2010_0001_AC.pdf:
Hier vinden we dat op 3 november 1944 in Dachau 8 mannen werden onthoofd waaronder drie van Harelbeke, meer bepaald ook Jules Roger Six geboren op 10 januari 1924, en gevangen genomen voor 15 mei 1943, een van de mededaders van deze moord.
Het Volksgericht van Donauworth veroordeelde op 15 augustus 1944 15 van een groep van 16 jonge mannen uit ZW-Vlaanderen die zich hadden verzet tegen het naziregime.
8 executies werden uitgevoerd op 3/11/1944, waaronder deze van Jules Six.
Jules Roger Six was een zoon van Jules Leopold Six, herbergier in “au bateau” in de Schipstraat gehuwd met Ludovica Maria Goessaert.
Deze is geboren op 9 september 1882 als Jules Leopold Verhelst, onwettig kind van Marie Sidonie Verhelst, die trouwde op 30 mei 1887 met Gustaef Joannes Six, zoon van Adolphus Six (mijn bet-betovergrootvader) en Natalia Opsomer.
Door dit huwelijk werd zijn geboorteakte voor echt verklaard en werd hij een “Six” en zo ook zijn nazaten waaronder Jules Roger.
Citaat uit de scriptie;
“Drie dagen na de eerste groep van zes stierven nog eens negen West‐Vlamingen onder de Duitse guillotine in München. Onder hen bevonden zich vier jonge Harelbeekse partizanen, die waren veroordeeld door het Volksgericht in Donauworth voor hun aandeel in het neerschieten van collaborateurs.
Jan Desimpelaere was een jonge schilder, en werd in augustus 1942 aangeworven door compagniecommandant Arthur Goethals van de Gewapende Partizanen.
Jules Six was een adjudant van Goethals. Hij werkte oorspronkelijk als betonarbeider, en ging tijdens de bezetting bij een Duitse firma in Noord Frankrijk werken.
Iets later werd hij door Goethals bij de PA betrokken. Toen de Duitse politie hem op het spoor kwam, dook hij onder. Twee keer kon hij nipt aan zijn arrestatie ontsnappen, maar uiteindelijk werd hij toch aangehouden in Dottenijs. Daarbij werd hij tijdens een vuurgevecht getroffen in de hals en in de dij.
En ook Victor Christiaens werd door Goethals in augustus 1942 gerekruteerd, enkele maanden voordat hij in de illegaliteit ging als werkweigeraar. Hij had als partizaan onder andere een gewapende overval en een sabotage in een opslagplaats op zijn actief, maar werd uiteindelijk opgepakt als werkweigeraar en naar Duitsland voor verplichte arbeid gedeporteerd.
Pas later kregen de Duitse politiediensten een betere kijk op de structuur van het Harelbeekse verzet, en moest ook hij worden overgebracht naar de Gentse gevangenis, om uiteindelijk in München te sterven.
De vierde Harelbekenaar was Arthur Windels, een fabrieksarbeider die door familiebanden eveneens in 1942 bij de PA was betrokken geraakt. Hij had zich ingelaten met de verspreiding van sluikbladen, met gewapende overvallen en aanslagen.
Samen met Jules Six en Victor Christiaens was hij betrokken bij de dodelijke aanslag op Cyriel Corteville, sinds 1942 oorlogsburgemeester van Kuurne, maar het was Arthur Goethals die het fatale genadeschot afvuurde.
Na een tijd te hebben ondergedoken werd Windels gesnapt en samen met zijn stadsgenoten op 3 november 1944 onthoofd.”
In de Tijdingen, tijdschrift van de Erfgoedkring De Roede van Harelbeke, december 2023 schrijft Bruce Almey het artikel "Alert Vandamme (1913-1945), organisator van het verzet te Harelebeke"
Citaat uit het artikel;
"Albert Vandamme volgde Verhaeghe in mei 1942 op als commandant van de Partizanen van het gewest Harelbeke. Arthur Goethals werd compagniecommandant in Vandammes plaats. Goethals rekruteerde in zijn vriendenkring naarstig verder en wierf zo in augustus 1942 Jules Six. Victor Christiaens, Georges Debaets, Jan Desimpelaere en Arthur Windels aan.
1943 werd een rampjaar voor de almaar stoutmoediger geworden jonge weerstanders. In enkele weken tijd werden de groepen die zich sinds het voorjaar van 1941 hadden gevormd, een na een opgerold. Bijna al hun leden werden aangehouden. Wie de dans ontsnapte, moest zijn verzetsactiviteiten voor de rest van de bezetting staken.
Slechts een handvol verzetslui kon onderduiken en uit de meedogenloze handen van de bezetter blijven. Drie van hen waagden een ontsnappingspoging naar Groot-Brittannië en slaagden in hun opzet: André Schaepdryver, Robert Deprez en Marcel Becquaert namen na een jaar van omzwerven door West-Europa in de zomer van 1943 dienst bij de Belgische Strijdkrachten in Groot-Brittannië.
De ijzeren vuist van het naziregime was efficiënt en harteloos. Dertien van de aangehouden verzetslieden uit Harelbeke zullen hun verzet met hun leven betalen. Na de reeks van aanhoudingen volgde een andere: de reeks van mishandelingen en deportatie, van dood en verderf. De eerste van de gearresteerde verzetslui die werd terechtgesteld, was Jozef Depraetere uit Stasegem.
Bij hem thuis werd een wapenopslagplaats ontdekt. Depraetere werd op 6 oktober 1943, vijf maanden na zijn aanhouding, in Oostakker gefusilleerd.
Arthur Goethals volgde hem anderhalve week later in de dood.
Goethals kon rechtstreeks worden gelinkt aan de moord op Cyriel Corteville, de oorlogsburgemeester van Kuurne. Corteville was een kleine zelfstandige in schrijfwaren die ook wat drukwerk in zijn gemeente verzorgde. Hij had als lokaal VNV-leider aanvaard om burgemeester van Kuurne te worden nadat de vooroorlogse burgemeester Constant Deylgat een ambtsverbod had gekregen. Goethals had aan het hoofd gestaan van een moordcommando dat 'van hogerhand' het bevel had gekregen om de oorlogsburgemeester van Kuurne te vermoorden. Hoewel Corteville eigenlijk geen uitstaans met Harelbeke had en letterlijk ook het pad niet kruiste van de weerstandsactiviteiten van de Harelbeekse groepen, werd de opdracht in april 1943 uitgevoerd.
Arthur Goethals werd op 15 oktober 1943 in het Nederlandse concentratiekamp Vught opgehangen.
De bewijslast tegen de aangehouden Marcel Mestdag, de derde weerstander die om het leven kwam tijdens de oorlog, was niet heel groot.
Mestdag werd tijdens zijn gevangenschap lelijk toegetakeld en bezweek in Gent op 8 februari 1944 aan de gevolgen van zijn mishandelingen.
Jan Desimpelaere, Arthur Windels, Victor Christiaens en Jules Six werden op 3 november 1944 in de Städelheimgevangenis in München onthoofd door de guillotine."
Zie ook :
De Witte Bende In onze streek van Giovan Deloof (11.06.2016): https://issuu.com/amantine/docs/witte_bende_-_giovan
Met data en uur van de executies.